Vaker beroep tegen boetebesluit gemeente

Bestuurlijke boetes worden steeds vaker opgelegd door gemeenten. Dat leidt tot een toename van bezwaar- en beroepszaken bij de bestuursrechter. En regelmatig wordt het boetebesluit vernietigd of wordt de boete door de rechter gematigd. Ik noem hieronder een aantal recente uitspraken tegen opgelegde bestuurlijke boetes door gemeenten waar in dat het geval was. In deze zaken wordt door de gemeente vaak “woningonttrekking” als kapstok gebruikt. Vaak onterecht maar gemeentes komen en vaak nog mee weg bij de rechter.

procedure over bestuurlijke boete bij bestuursrechter

Boete voor  samenvoegen woningen

In een geval van gebruik een pand illegaal logiesgebouw/hotel legde de gemeente Amsterdam flinke boetes op.  De Raad van State stelt echter vast dat de woningen met twee huisnummers, zoals opgenomen in de bouwvergunning van 6 maart 2009, feitelijk nooit hebben bestaan. Woningonttrekking kan slechts plaatsvinden, indien het desbetreffende gebouw op enig moment is bestemd voor permanente bewoning. Er is dus geen sprake geweest van twee woonruimten als bedoeld in artikel 1 van de Huisvestingswet, die zijn samengevoegd als bedoeld in artikel 21. De gemeente heeft dan ook ten onrechte een boete van € 13.500,00 voor overtreding van dit artikel opgelegd. De rechtbank heeft dit niet onderkend. Wel blijven de boetes voor woningonttrekking in deze zaak in stand. Gemeente maken vaker fouten met hun Huisvestingsverordening en . Zie bijvoorbeeld deze uitspraak waarin de beleidsregels inzake urgentieverklaringen onverbindend werden verklaard

Geen woningonttrekking door huurder ondanks hennepkwekerij onderhuurder

In de Huisvestingsverordening in Rotterdam is bepaald: “Het is verboden om zonder een onttrekkingsvergunning een woonruimte aan de bestemming tot bewoning te onttrekken, of voor een zodanig gedeelte aan die bestemming te onttrekken, dat die woonruimte daardoor niet langer geschikt is voor bewoning door een huishouden van dezelfde omvang als waarvoor deze zonder zodanige onttrekking geschikt is.” En de boete bedraagt voor de eerste overtreding van het verbod van artikel 3.1.2 € 2.000,00 bij het “onvergund onttrekken van woonruimte” en € 4.000,– bij het “onvergund onttrekken van woonruimte vanuit een bedrijfsmatige exploitatie”. In de Beleidsnotitie bestuurlijke boete Huisvestingswet Rotterdam 2013 is vermeld dat overtredingen die vanuit een bedrijfsmatige exploitatie worden begaan zwaarder worden beboet. Indien de overtreder vier of meer woonruimten verhuurt, wordt aangenomen dat sprake is van bedrijfsmatige exploitatie. Bij woonruimteonttrekking ten behoeve van een hennepkwekerij is altijd sprake van bedrijfsmatige exploitatie.

Vergunning gemeente verhuur woning

Woningonttrekking; kapstok voor boete gemeente

Voor zover uit de Beleidsnotitie volgt dat, indien in de woning van een particuliere huurder een hennepkwekerij wordt aangetroffen, hem in alle gevallen zonder meer de bedrijfsmatige exploitatie daarvan wordt toegerekend, heeft de Afdeling in haar uitspraak van 31 augustus 2016 overwogen dat dit uitgangspunt niet redelijk is. Volgens de gemeente is sprake van woningonttrekking omdat een hennepkwekerij in de slaapkamer en woonkamer is aangetroffen.  De huurder kan voor de overtreding verantwoordelijk worden gehouden, omdat van hem als huurder die heeft onderverhuurd mag worden gevergd dat hij zich tot op zekere hoogte informeert over het gebruik dat van de woning wordt gemaakt en hij dit heeft nagelaten. Gelet hierop heeft de gemeente de huurder terecht aangemerkt als overtreder van het verbod op het onvergund onttrekken van woonruimte.

Bewijs woningonttrekking onvoldoende

Het college heeft echter niet aangetoond dat de huurder  daadwerkelijk was betrokken bij de hennepkwekerij. Het college heeft nagelaten daarnaar nader onderzoek te verrichten. Hoewel de huurder  niet aannemelijk heeft gemaakt dat de woning was onderverhuurd, betekent niet dat hij daarbij daadwerkelijk betrokken was. Het college heeft verder geen feiten of omstandigheden gesteld die kunnen wijzen op zijn daadwerkelijk betrokkenheid. Gelet hierop heeft de rechtbank ten onrechte overwogen dat het college voor de hoogte van de boete heeft mogen uitgaan van de bedrijfsmatige exploitatie van de hennepkwekerij. De boetebeschikking wordt door de rechter vernietigd.

Geen boete wegens fout Huisvestingsverordening

Vlak na deze uitspraak weer een zaak over een wietplantage in een slaapkamer in Tilburg waarin wordt verwezen naar de net genoemde uitspraak  van 13 juni 2018, Ook hier legt de gemeente een boete van EUR 4.000 op wegens woningonttrekking maar dat gaat niet goed.
De rechter overweegt dat gelet op de uitspraak van de Afdeling van 13 juni 2018, er in dit geval om een andere reden geen grond is voor boeteoplegging. Hiertoe wordt overwogen dat niet is voldaan aan de uit artikel 35, derde lid, van de Huisvestingswet (Hw) voortvloeiende verplichting dat concrete boetebedragen in de Huisvestingsverordening moeten worden opgenomen. Op grond van de Hw is het niet mogelijk om, zoals het college in dit geval heeft gedaan, concrete boetebedragen in beleidsregels op te nemen. Aan dit oordeel liggen de letterlijke tekst van artikel 35, derde lid, van de Hw, de systematiek van dit artikel alsmede de memorie van toelichting ten grondslag, zoals de Afdeling onder 9.1 van voormelde uitspraak uiteen heeft gezet. . Daaruit volgt dat, nu de boetebedragen niet zijn opgenomen in de Huisvestingsverordening, een grondslag voor het opleggen van de boete ontbreekt, zo stelt de appellant bij de Raad van State. Boetebesluit wordt vernietigd en de gemeente Tilburg wordt veroordeeld in de proceskosten.

Boete verhuur toeristen

Boete verhuur aan toeristen verlaagd

De gemeente Amsterdam strooit met boetes om verhuur aan toeristen tegen te gaan. Maar dat gaat niet altijd even zorgvuldig; het doel van de handhaving tegen Airbnb-verhuur is vooral de afschrikkende werking. De gemeente mocht in deze zaak aldus de rechter een boete opleggen omdat de verhuurder zich niet aan de verhuurregels heeft gehouden. Er is sprake is van een overtreding, omdat eiser woonruimte heeft onttrokken aan de woonvoorraad zonder onttrekkingsvergunning (hetgeen de rechter nogal makkelijk aanneemt). Deze overtreding heeft gevolgen voor het leefbaar houden van de stad en het beschermen van de woonvoorraad. De rechtbank vindt echter dat in dit geval een boetebedrag van € 8.000,- passend en evenredig is, gelet op de omstandigheden die aan de orde zijn in deze zaak. De rechtbank neemt in dit kader mee de beperktere ernst van de overtreding. Bijzondere omstandigheden leiden dus tot een verlaging van 20.500 naar 8.000 euro.

Matiging boete gemeente wegens beperkte verwijtbaarheid

De gemeente heeft in deze zaak onvoldoend informatie verstrekt over de mogelijkheden van de verbouwing. De bewoner  heeft gevraagd of hij aan de regels voldeed met zijn verbouwing en dit werd bevestigd. De woning is weliswaar als belegging gekocht, maar koper had het oogmerk om huisvesting te creëren voor kansarme mensen. Maar toch heeft de gemeente een bestuurlijke boete opgelegd van € 18.000,- wegens het zonder vergunning verbouwen van een zelfstandige woonruimte naar drie zelfstandige woonruimten (woningvorming). De Raad van State heeft in verschillende uitspraken overwogen dat verminderde verwijtbaarheid en een beperkte ernst van een overtreding redenen kunnen zijn om de bestuurlijke boete te matigen.

Bijzonder omstandigheden rechtvaardigen matiging boete

De rechtbank vindt dat de gemeente Amsterdam de boete had moeten matigen vanwege bijzondere omstandigheden. De rechtbank stelt daarom zelf de boete op een lager bedrag vast. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt het bestreden boetebesluit wegens strijd met artikel 5:46, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en stelt de boete vast op EUR 6.000. De rechtbank heeft zelf in de zaak voorzien door het bezwaar gegrond te verklaren, het primaire besluit te herroepen en de hoogte van de boete vast te stellen op € 6.000,-. De rechtbank zal bepalen dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit en de gemeente wordt veroordeeld in de proceskosten.

Wat opvalt in deze procedures over bestuurlijke boete is dat gemeentes voortdurend de maximale boete opleggen. Maatwerk is kennelijk lastig. Feiten en omstandigheden worden onvoldoende afgewogen en dat leidt tot onzorgvuldige besluiten waar de rechter aan te pas moet komen.

Stel vrijblijvend je vraag over dit onderwerp.

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s