Een belanghebbende kan in beroep gaan tegen een bestemmingsplan (per 1 januari 2023 omgevingsplan). Ook niet-belanghebbenden beroep moeten kunnen instellen bij de bestuursrechter. Dat is nieuw: zie het schema van de Raad van State hieronder. Ook als je niet eerst een zienswijze hebt ingediend tegen het bestemmingsplan als het ontwerp bestemmingsplan ter inzage ligt. Een advocaat bestuursrecht kan de zienswijze en het beroepschrift tegen het bestemmingsplan formuleren.
Bestemmingsplan beoordeling in beroepsprocedure
Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet de Gemeenteraad bestemmingen aanwijzen en regels geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De raad heeft daarbij beleidsruimte en moet de betrokken belangen van burgers en bedrijven afwegen. De bestuursrechter beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden van de bezwaarmaker(s) of het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan in overeenstemming is met het recht. De rechter stelt niet zelf vast of het plan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening, maar beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden tegen het bestemmingsplan of de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het bestemmingsplan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening.
Beroep bestemmingsplan over bedrijfswoning
Ik geef een voorbeeld van een geslaagd beroep tegen een bestemmingsplan. De bezwaarmaker tegen het Zandvoortse bestemmingsplan heeft een bedrijfswoning, gelegen in het plangebied in Zandvoort. Hij heeft een zienswijze ingediend tegen het bestemmingsplan en is daarna in beroep gegaan bij de Raad van State. Hij kan zich niet verenigen met artikel 1.16 van het bestemmingsplan, waarin het begrip “bedrijfswoning” is omschreven. Verder vreest de bezwaarmaker dat door het nieuwe bestemmingsplan overlast van bedrijven van milieucategorie 3.2 zijn toegelaten en direct aangrenzend aan zijn bedrijfswoning en in de nabijheid van zijn bedrijfswoning bedrijven van milieucategorie 3.1 zijn toegestaan door het nieuwe bestemmingsplan.
Gebruik woning in beroepsprocedure bestemmingsplan
De definitie van bedrijfswoning is fout gegaan volgens de Raad van State. Een gebruiksregel is opgenomen in de bedoelde begripsomschrijving en dat mag niet volgens SVBP 2012. Uit de SVBP 2012 volgt dat in hoofdstuk 1 van de planregels de begrippen worden verklaard die in de planregels voorkomen en een nadere omschrijving behoeven. Elders worden de bestemmingsregels opgenomen, waaronder specifieke gebruiksregels. Dat is reden om het bestemmingsplan te vernietigen op dit onderdeel.
Overlast bedrijven onderwerp beroep tegen bestemmingsplan
Wat betreft het toestaan van een zwaardere milieucategorie 3.2 bedrijven controleert de Raad van State in de beroepsprocedure of deze keuze van de Gemeenteraad de toetsing in rechte kan doorstaan. De Gemeenteraad heeft aansluiting gezocht bij de richtafstanden in de VNG-brochure Milieuzonering. De bestuursrechter oordeelt dat dat de gemeenteraad in redelijkheid deze richtafstand heeft kunnen hanteren voor bedrijven van milieucategorie 3.2 tot de bedrijfswoning van de bezwaarmaker met verwijzing naar de uitspraak van 29 juni 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1815. Van belang daarbij is dat voor een bedrijfswoning op een bedrijventerrein in het algemeen een grotere milieubelasting aanvaardbaar kan worden geacht dan voor een burgerwoning. Daarom is voor deze categorie bedrijven geen sprake van onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat in de bedrijfswoning aldus de rechter.
Bezwaar bestemmingsplan gegrond
Echter met het toestaan van bedrijven in de milieucategorie 3.1 gaat de gemeente in de fout in het bestemmingsplan. Die zwaardere milieucategorie zou direct tegen de bedrijfswoning aan mogen plaatsvinden, terwijl de norm volgens de VNG brochure inzake milieucategorieën 30 meter is. Hoewel de bestuursrechter enige verlaging van een richtafstand op voorhand niet uitsluit in een geval dat sprake is van een bedrijfswoning, is het in dit geval uit oogpunt van een leefbaar woon- en leefklimaat niet aanvaardbaar. Het beroep tegen het bestemmingplan is de Raad van State dus gegrond verklaard. Het bestemmingsplan wordt op twee onderdelen vernietigd door de bestuursrechter. Aldus heeft de bestuursrechter rechtsbescherming gegeven en rekening gehouden met de belangen van de eigenaar van de woning, hetgeen de gemeente natuurlijk zelf had moeten doen.
Andere horde voor niet belanghebbende: relativiteitsvereiste
Ook geldt nog het relativiteitsvereiste van artikel 8:69a Awb: de bestuursrechter vernietigt een besluit niet op de grond dat het in strijd is met een geschreven of ongeschreven rechtsregel of een algemeen rechtsbeginsel, indien deze regel of dit beginsel kennelijk niet strekt tot bescherming van de belangen van degene die zich daarop beroept.
Het ligt in de lijn der verwachting dat dit vereiste vooral voor niet-belanghebbenden een grote impact zal hebben. Deze houdt namelijk in dat een beroep op een rechtsregel of algemeen rechtsbeginsel niet zal leiden tot vernietiging van een besluit, wanneer deze regel of dit beginsel kennelijk niet tot doel heeft de belangen te beschermen van degene die zich daar op beroept.
Onder het huidige recht volgt hieruit dat een niet-belanghebbende die materiële beroepsgronden (ofwel niet-procedurele beroepsgronden) aanvoert bij de bestuursrechter, goed zal moeten opletten of die beroepsgronden wel passen bij zijn belangen; dus of het relativiteitsvereiste geen roet in het eten gooit.
Dit is best complex; stel gerust uw vraag als u hier bij betrokken bent.