Het ging er in deze zaak om of de dakopbouw van woningen in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. De gemeente deed toezegging tot medewerking vergunning, maar kwam daar later op terug. De bezwaarmakers stellen dat uit stedenbouwkundige studies blijkt dat de vierde bouwlaag vanwege niet in de omgeving past.
Afwijking van bestemmingsplan wegens ‘kruimelgeval’
Omdat het bouwplan is in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan kan de afwijking als ‘kruimelgeval’ beschouwd worden (dan wordt een eenvoudiger procedure gevolgd). De bezwaarmakers hebben toegelicht dat alle stedenbouwkundige studies vanaf 2005 steeds hebben geconcludeerd dat een vierde bouwlaag vanwege maat en schaalvoering van de wijk en de omliggende woningen niet in de omgeving past. De gemeente heeft gesteld dat medewerking wordt verleend aan afwijkingen van het bestemmingsplan als de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse aantoonbaar wordt verbeterd. Eerst werd vergunning dan verleend, maar in de bezwaarprocedure werd de omgevingsvergunning voor uitbreiding van de woningen herroepen en alsnog geweigerd.
Toezegging medewerking bouwplan mag teruggedraaid worden
De aanvragers van de omgevingsvergunning gingen in beroep bij de rechtbank tegen vernietiging van de vergunning en werden in het gelijk gesteld. Volgens de rechtbank had de gemeente onvoldoende gemotiveerd waarom met de beoogde dakopbouw de ruimtelijke kwaliteit afneemt. De gemeente wilde kennelijk geen vergunning verlenen en ging zelf met de andere bezwaarmakers in hoger beroep. Aanvankelijk medewerking van de gemeente aan vergunningverlening sloeg dus om in tegenwerking: de gemeente Bloemendaal.
Dat mag volgens de rechter: ” Aan het college kan niet de bevoegdheid worden ontzegd – bij het volgen van een procedure om af te wijken van het bestemmingsplan -, terug te komen van zijn aanvankelijke bereidheid met toepassing van de Wabo aan de realisering van een bouwplan medewerking te verlenen.” Het geeft te denken zoals ook blijkt uit bovenstaand artikel in het Haarlems Dagblad.
Advies deskundige over vergunning en ruimtelijke kwaliteit
De gemeente had nader advies gevraagd aan de vaste stedenbouwkundige adviseur, naar aanleiding van het advies van de bezwaarschriftencommissie en een bespreking van deze kwestie in de commissie Grondgebied, een door de gemeenteraad ingestelde commissie. In het advies van de stedenbouwkundige deskundige wordt geconcludeerd dat door de dakopbouwen van de woningen de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse niet aantoonbaar wordt verbeterd. Terwijl bij het eerder besluit tot verlening van de vergunning een andere deskundige had geoordeeld dat een dakopbouw als een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit gezien, mits zorgvuldig gedetailleerd en passend bij de structuur van het hoofdgebouw. De rechter ziet deze koerswijziging door de vingers. De rechter had ook kunnen oordelen dat dit niet zorgvuldig is en burgers mogen vertrouwen op een toezegging van een bestuursorgaan.